Explained
In de rubriek Explained lichten we technieken en functies toe welke op vintage audio apparatuur aanwezig zijn maar niet voor iedereen even vanzelfsprekend zijn. Heb je een vraag? Reply op de nieuwsbrief of mail ons.
Ruud Giebels: “Ik begon in de jaren 70 met een audio set van Sony gevolgd door, toen enorm populair, een Sansui. Die set was top alleen Sansui maakte toen een blunder door die mooie AU reeks op te laten volgen door apparaten die plastic frontjes hadden en van veel mindere kwaliteit. Dat was volgens mij de ondergang van het merk. Daarna spullen gekocht van Onkyo, Pioneer en Marantz. Elke paar jaar voelde ik de behoefte in te ruilen, toen kon dat nog. Het moeilijkste was het zoeken van de juiste speakers en nog steeds. Ik had ook geen enorm budget, dat maakte het extra moeilijk. Niet iedereen kan zich bijv. een B&W 800 serie veroorloven, dus ik heb in die jaren speakers van Sony, Philips, Bose, B&O, DCM , B&W en Short in de kamer gehad.
Aangezien ik een hobbyist en groot muziekliefhebber ben, maar geen elektronica opleiding genoten heb deed ik alles op gevoel qua matchen van speakers en elektronica. Daar is Abbe veel beter toe in staat denk ik. Lang geleden zag ik hem in een uitzending van de VPRO met als item dat de spullen van de jaren 50 het net zo goed deden en niet veel minder waren als die van nu.
Misschien kan Abbe en het team in de nieuwsbrief eens aandacht besteden aan het matchen van speakers en de elektronica”.
Antwoord Abbe:
Beste Ruud, dank voor je leuke inzending en gefeliciteerd met je Tonar platenborstel. Goede vraag, wat maakt dat de ene combinatie geweldig klinkt en de andere combinatie ‘geen muziek maakt’?
Er zijn veel factoren die een rol spelen en we zullen die stuk voor stuk langs zullen gaan.
Rol van de versterker
In een hifi systeem is de versterker verantwoordelijk voor het versterken van alle signalen die afkomstig zijn van diverse bronnen zoals cd’s, LP’s, een streamer, een tuner of een tape apparaat. Op de uitgang van de versterker worden luidsprekers aangesloten die het elektrische signaal van de versterker omzetten in een geluidsdruk.

NuPrime Omnia WR-1 streamer
Luidspreker rendement
Deze luidsprekers hebben een rendement die wordt aangeduid in dB/m. Dat staat voor aantal Decibel die de luidspreker op 1 meter afstand produceert wanneer 1 Watt elektrisch vermogen aangeboden wordt op de luidspreker. Meer specifiek, het gaat dan om een sinusvormige toon van 1kHz die met een meetmicrofoon op precies 1 meter afstand in het hart van de speaker gemeten wordt.
Dit rendement bepaald voor een groot deel hoe hard de versterker moet ‘werken’ om geluid uit de luidsprekers te krijgen. Is het rendement bijvoorbeeld 82dB dan betekent dit dat 100Watt zuiver elektrisch vermogen ‘slechts’ 88dB geluidsdruk produceert. Dat lijkt onwijs veel maar dat valt in de praktijk erg tegen. Zeker muziek met veel crescendo’s, zoals symphonie muziek vraagt om kortstondig veel piek vermogen. De hier voorgestelde 100 Watt versterker zal in de praktijk te kort schieten in combinatie met speakers met een rendement van 82 dB wanneer de kamer groot is en de afstand tussen de speakers en de luisteraar enkele meters bedraagt.
Wanneer het rendement 92 dB is dan spelen de speakers bij 1 Watt 10 dB luider bij dezelfde 1 Watt. Dat lijkt weinig maar onderstaande tabel laat zien dat het verschil tussen 82 dB en 92 dB het verschil is tussen een passerende bus en een opstijgend vliegtuig! Kortom, in dit geval zal de versterker veel minder hard hoeven te werken en volstaat een versterker met een lager vermogen uitstekend zonder dat men zich zorgen hoeft te maken voor clipping, overbelasting of vervorming.
Luidspreker impedantie
Naast het rendement van de luidspreker en het benodigde vermogen van de versterker is er dan nog de impedantie van de speakers. Een 4 Ohm luidspreker ’trekt’ 2x zoveel stroom uit de versterker dan een 8 Ohm luidspreker bij een gegeven volumestand. 4 Ohm luidsprekers vragen dus veel meer van de versterker.
Bovenstaande in ogenschouw nemend zou het logisch zijn om luidsprekers te produceren met een heel hoog rendement en een hoge impedantie om zodoende de versterker minimaal te belasten. Helaas gaat deze aanpak niet helemaal op. Om een luidspreker lineair over een breed frequentiebereik te maken worden de pieken in de overdracht in de scheidingsfilters gedempt, wat ten koste gaat van het rendement van luidsprekers. De impedantie van een speaker hangt sterk van de toegepaste drivers af. 4 Ohm drivers trekken meer stroom en leveren vaak een iets hoger rendement op, maar vereisen wel dat de versterker genoeg stroom kan leveren.
Versterker dempingsfactor
Een ander belangrijk aspect aan versterkers is de uitgangsimpedantie ofwel de dempingsfactor. Wanneer de dempingsfactor heel hoog is dan zal alle stroom die de versterker levert in de luidspreker terecht komen. Dit levert veel controle en een strak geluid. Versterkers met een lage dempingsfactor, veelal buizenversterkers, geven een ‘warmer’ geluid en klinken minder strak.
Naast de limitaties in vermogen, stroom en de dempingsfactor, aspecten die heel wetenschappelijk te benaderen zijn en voorspelbare goede, en slechte matches oplevert, is er dan nog de ‘fingerprint’ of ‘sound’ van een luidspreker en een versterker. Een luidspreker die heel direct klinkt kan beter klinken wanneer deze gecombineerd wordt met zo’n heerlijke Engelse ‘laid-back’ versterker, bijvoorbeeld onze Quad 33 – 303 combinatie. Wanneer een luidspreker van zichzelf ‘mak’ klinkt dan kan een analytische versterker, zoals een Yamaha CA-1000 erg goed combineren.
Erg interessant is onze eigen True-Blue Box COBALT DA versterker. Door de extreem lage uitgangsimpedantie / hoge dempingsfactor en de extreem lage vervorming laat deze versterker elke luidspreker precies zo klinken zoals deze bedoeld is. De enige beschrijving die we de sound van onze eigen versterker konden geven was true-blue (‘onvervalst’) waardoor Esther en haar zus met de zeer goed passende merknaam True-Blue Box opkwamen.