Band loopt!
Sporen
De ¼ inch tape van een bandrecorder kan op verschillende manieren benut worden om audio te registreren. De allereerste bandrecorders benutte de volledige breedte van de tape Deze registratie methode werd volspoor mono genoemd. Later werd halfspoor mono geïntroduceerd waarbij slechts de helft van de breedte van de tape werd gebruikt waardoor de tape aan het einde gedraaid kon worden. Met de komst van stereofonie was het noodzakelijk om elk stereo kanaal een eigen spoor te geven. Bij halfspoor stereo worden beide sporen tegelijk opgenomen en kan de tape niet meer aan het eind van de band gedraaid worden. Om toch op twee kanten te kunnen opnemen werden de stereo sporen smaller gemaakt zodat er 4 sporen op een tape opgenomen konden worden. Bij een kwartspoor stereo recorder kan de band aan het einde omgedraaid worden om zo de speelduur van de tape te verdubbelen.
Ook zijn er recorders waarbij meer dan twee sporen tegelijk geregistreerd worden. Dit noemen we meersporen recorders. Meersporen recorders worden vooral in studios gebruikt om alle instrument partijen onafhankelijk van elkaar op te nemen.
Halfspoor stereo recorders halen de hoogst mogelijke kwaliteit uit de tape ten koste van de prijs per minuut. kwartspoor stereo recorders worden daarom doorgaans door consumenten gebruikt die een economische balans tussen kwaliteit en prijs per minuut willen maken.
